In deze aflevering van de Paard Optimaal Podcast vertel ik je meer over waarom het voeren van een balancer aan te raden is voor je paard. Hieronder vind je een transcript van deze aflevering.
Wat mij betreft is een balancer voor bijna ieder paard een nuttige en vaak zelfs noodzakelijke aanvulling op het rantsoen. Ieder rantsoen van ieder paard zou moeten beginnen met ruwvoer. Dat is de absolute basis, dat is waar hun lichaam op gemaakt is, om de hele dag ruwvoer te eten. Dan heb ik het niet alleen maar over hooi maar ook over takken, planten, kruiden, bomen, eigenlijk alles wat paarden in het wild in de natuur tegen zouden kunnen komen. Ruwvoer is dus heel breed. Een paardenlichaam is erop gemaakt om de hele dag door kleine hoeveelheden ruwvoer te verteren.
Wat is een balancer?
Een balancer, vitaminebrok of mineralenbrok is een geconcentreerde brok waar met name vitamines en mineralen in zitten voor een paard. Ze kunnen een deel uit het ruwvoer halen, maar omdat paarden meestal op een klein en weinig divers oppervlak staan kunnen ze meestal niet alles uit het gras halen. Dat geldt ook voor hooi van wat een arm grasland gehaald wordt. Zelfs als je je best doet om je paard diverser te voeren door verschillende soorten hooi aan te bieden, door kruiden of een eetbare haag aan te bieden, dan nog is de kans vrij klein dat je paard voldoende diversiteit binnenkrijgt voor alle benodigde voedingsstoffen. In het wild eet een paard zo’n 90 verschillende planten op een dag, en dat lukt vrijwel geen enkel gedomesticeerd paard. Dat is waar een balancer de hoek om komt kijken.
Je hebt balancers in brok vorm, poeder of zoals de producten van Okapi echt pure mineralen. Het doel hiervan is om je paard te voorzien in de voedingsstoffen die hij nodig heeft en die hij niet uit het ruwvoer kan halen omdat de Nederlandse bodem zo verarmd is. Daarom raad ik altijd aan om naast ruwvoer een balancer te voeren aan je paard.
Waarom voer je je paard een balancer?
Als je je paard geen balancer of krachtvoer voert, is de kans groot dat ze tekorten ontwikkelen van bepaalde mineralen. Die kunnen ze namelijk niet zelf aanmaken, waar dat voor bepaalde vitamines wel het geval is. Een paard heeft bepaalde voedingsstoffen nodig om processen in het lichaam goed te laten verlopen. Als ze dus mineralen missen kunnen deze processen niet op de juiste manier plaatsvinden. Je kunt denken aan een mineraal als zwavel, dat verantwoordelijk is voor onder andere de sterkte van de hoeven, haren en huid. Als een paard te weinig zwavel binnenkrijgt kan dat resulteren in zwakke hoeven, haren en huid. Zo hebben alle mineralen hun eigen toepassing in het lichaam, maar ze zijn allemaal nodig voor goed functioneren.
Onder mineralen maak je ook een onderscheid tussen mineralen en sporenelementen. Van mineralen heeft een paard grotere hoeveelheden nodig dan van sporenelementen. De meest belangrijke mineralen voor een paard zijn calcium, natrium, kalium, magnesium, chloride, fosfor en zwavel. De sporenelementen zijn jodium, ijzer, selenium, mangaan, kobalt, koper en zink. Deze mineralen en sporenelementen zitten in veel verschillende soorten voeren. Je kunt deze behoefte ook aanvullen met traditioneel krachtvoer, maar daarvan moet je vaak wel 2-3 kilo geven op een dag om je paard te voorzien in die voedingsstoffen terwijl je van een balancer vaak maar een paar honderd gram hoeft te geven. Van een sport- of basisbrok moet je ook wel echt de aanbevolen hoeveelheid op de verpakking aanhouden, en dat doen veel mensen niet omdat ze dat te veel vinden. Dat is een mooie gedachte, maar dat kan dus wel voor tekorten zorgen. Daarom zou ik altijd liever kiezen voor een balancer.
In een kleine hoeveelheid balancer zitten al veel voedingsstoffen omdat deze zo geconcentreerd zijn. Meestal voer je hiervan tussen de 50 en de 300 gram per dag. Het grote voordeel aan een balancer is dus dat je veel minder hoeft te geven om toch in die voedingsstoffen te voorzien.
Suiker en zetmeel in balancers
Wat bij de meeste balancers ook zo is, is dat er gezondere ingrediënten voor gebruikt worden. In traditioneel krachtvoer worden vaak veel granen gebruikt, wat automatisch een hoog zetmeelgehalte oplevert. Zetmeel kan het paardenlichaam niet zo goed verwerken, maar daar ga ik het in een andere podcast nog over hebben. Een grote hoeveelheid zetmeel is dus niet wenselijk, en als je 3 kg geeft van een brok waar 30% zetmeel in zit, geef je toch al bijna een kilo zetmeel per dag. Er zijn wel paarden die relatief goed tegen zetmeel kunnen, maar zeker paarden die al gezondheidsproblemen hebben kunnen er vaak niet goed tegen. Zelf ben ik er sowieso geen fan van door het effect dat zetmeel op de darmen heeft, maar met een traditioneel krachtvoer krijgt een paard vaak onbedoeld veel zetmeel binnen.
In bijna ieder voer zit wel wat zetmeel, maar idealiter hou je suiker en zetmeel bij elkaar opgeteld onder de 10%. Het scheelt natuurlijk wel of je een balancer voert waar je 100 gram van voert, en dus 10 gram suiker en zetmeel, of een krachtvoer waar je een kilo van geeft en dus 100 gram suiker en zetmeel. Ook bij balancers is het wel goed om je te realiseren dat deze niet allemaal gezond zijn. Er zitten ook wel eens ingrediënten in die ik liever zou vermijden. Bij alles wat je je paard voert zou je alert moeten zijn op wat er precies in zit.
Bijna geen enkel paard heeft nog de hoeveelheid krachtvoer nodig die ze vaak krijgen, simpelweg omdat ze lang niet meer zoveel energie gebruiken. We denken vaak dat onze paarden hard werken, maar vergeleken met waar paarden voor gemaakt zijn en wat ze vroeger op het land deden valt dat in de meeste gevallen ontzettend mee. Bij veel voeren heb je een aanbevolen hoeveelheid voor verschillende inspanningsniveaus, maar er wordt eigenlijk nooit uitgelegd wat nou onder lichte, matige en zware arbeid valt. We denken al snel dat we matige tot zware inspanning vragen terwijl dat misschien maar lichte inspanning is. Dan riskeer je dus dat je je paard te veel krachtvoer geeft wat voor gedragsproblemen kan zorgen door te veel energie, maar ook voor overgewicht wanneer ze meer energie binnenkrijgen dan ze gebruiken.
Een balancer kiezen voor jouw paard
Er zijn best wel wat balancers op de markt, en het worden er ook steeds meer omdat steeds meer merken inspringen op de behoefte die er is aan gezond voer. Er is dus al best veel keuze, maar de ene balancer is de andere niet, en welke moet je nou kiezen? Voor een gezond paard maakt het over het algemeen niet zo heel veel uit. Je kunt er ook voor kiezen om balancers af te wisselen, dus eerst een zak van de ene balancer op maken en dan een emmer van een andere balancer. Het is namelijk niet zo dat alle balancers precies dezelfde gehaltes bevatten, dus als je een balancer voert die hoog is in een bepaald mineraal zou het langdurig voeren hiervan voor overschotten kunnen zorgen. Andersom geldt dat ook voor tekorten. Door te wisselen kun je dit voorkomen.
Balancers worden ook vaak gegeven voor vitamines, maar eigenlijk zijn ze vooral belangrijk voor de mineralen. Veel vitamines kan een gezond paard namelijk zelf aanmaken of uit ruwvoer halen. Uit de voeding moet een paard vooral vitamine A en E halen. Vitamine B, C, D en K kunnen ze zelf aanmaken in hun lichaam, mits ze gezond zijn (en dat is natuurlijk al vaak niet zo).
Veel paarden reageren niet zo goed op luzerne, dus dan kan het goed zijn om een balancer uit te kiezen die vrij is van luzerne. Dat geldt ook voor timothee, en zo kunnen er nog meer ingrediënten zijn waar je paard gevoelig op reageert. Er zijn veel balancers gemaakt op basis van deze twee grondstoffen, dus als je paard daar niet tegen kan is het wel belangrijk om de ingrediënten goed na te lopen. Balancers zonder luzerne zijn bijvoorbeeld Metazoa FitRight esparcette en timothee en Okapi Mineraal Puur P.
Waar ik zelf ook rekening mee houd zijn organisch gebonden mineralen, vooral organisch gebonden selenium. Dat zie je namelijk veel terug in balancers. Merken zijn er vaak trots op dat ze deze gebruiken omdat het betekent dat ze beter opgenomen kunnen worden, maar de vraag is waarom dat zo is. Hier moet nog meer onderzoek naar gedaan worden, maar het lijkt erop dat deze ongereguleerd opgenomen worden, dus ook als ze niet nodig zijn. Dit komt doordat het lichaam ze niet herkend. Dat zou de kans op overschotten dus groter maken doordat de darmwand niet controleert of het lichaam een voedingsstof nodig heeft.
Een mineraal wat vaak organisch in balancers zit is selenium, en een overschot daarvan is toxisch. Nou moet je wel redelijk veel selenium voeren om daar aan te komen, maar de waardes voor selenium die bij bloedonderzoek gebruikt worden zijn te hoog waardoor er te snel een tekort wordt vastgesteld. Ook zit het meeste selenium in het lichaam in de weefsels, en dat zie je niet in een bloedonderzoek. Daardoor kan er uit bloedonderzoek een seleniumtekort komen wat vervolgens extra gesuppleerd wordt, terwijl er dus helemaal niet per se een tekort hoeft te zijn. Selenium kan in het lichaam de plek van zwavel innemen, maar kan niet de functies van zwavel overnemen. Dit kan bijvoorbeeld resulteren in zwakke hoeven als je langdurig organisch selenium voert. Als er organische mineralen in een voer zitten staat dat er eigenlijk altijd bij op de website (denk aan seleniumgist/yeast, selenomethionine).
Er moet nog meer onderzoek naar gedaan worden, maar met de kennis die ik nu (in 2024) heb gaat mijn voorkeur nog steeds uit naar anorganische mineralen. Soms voer ik wel organische mineralen, maar nooit langdurig omdat ik na iedere zak van balancer wissel. Het gaat er dus vooral om dat je niet jarenlang hetzelfde voert.
Er komen steeds meer balancers op de markt, maar toch nog steeds ook een aantal die ik liever niet zou voeren. Een aantal van de balancers die ik wel graag voer zijn die van Metazoa, Okapi, Oerbalans en Vetcur ViVet. Als je paard nog geen balancer krijgt zou ik dat wel aanraden, of het nou als aanvulling op ruwvoer is of in plaats van traditioneel krachtvoer.